zondag 26 juli 2009

Esneux - Villers-aux-Tours - Poulseur

Uitnodiging:

Als we nu nog eens zo'n geluk hebben als verleden woensdag, als..als... en toch riskeren we het opnieuw. De week van 21 juli (Jour de Fète National) is een week dat bijna iedereen verlof heeft, dus extra kalm op de treinen. Wanneer we de trein halen te Luik gm. van 08.22u richten we onze stapvoeten nogmaals tussen Hamoir en Barvaux of omgekeerd. Moest het zijn dat we die L-trein niet halen en te Luik genoodzaakt om de toerist. trein van 09.05u te nemen zijn we toch nog op stap rond 09.45u. ( Kunnen ook vroeger afstappen en de streek rond Esneux nemen. Ik zou zeggen, de kaarten van verleden week en ook die daarboven.

Tot slot nog eens herhalen : den dubbeldekker vanuit St Niklaas om 06.30u rechtstreeks naar Brussel noord, vervolgens met wat geluk den Maasstricht rechtstreeks naar Luik gm., tot woensdagmorgen, Hilaire

Toemaatjes : Coléoptère = schildvleugelig insect vb.vliegende kevers
: vleermuis = chauve-souris

De nabeschouwing van vriend Herman niet vergeten lezen, vind je niet dat hij wat "soft" geworden is of zijn het de hoge temperaturen die hem "zwak" maken.


Relaas der feiten:
22 juli 2009



Wat een aangenaam mooie zomerse dag.
Overtuigt, het helpt om af en toe een kleine bijdrage te deponeren in het offerblok van een kapel of kerkje waar we langskomen, beter dan op een spaarboekje te storten. Toch was de uitstap niet voor doetjes, regelmatig een flinke kam omhoog. Een klassieke tocht uit den tijd van grootmeester Roger De Mulder. Hebben er een dikke twintiger van gemaakt daar we al vóór half tien aan het stappen waren en ons terrastafel gereserveerd tegen half vier (zes uur staptijd).

Relaas van de tocht: In het toeristische dorpje aan de Ourthe was alles nog slaperig rustig na de Nationale feestdag. De terrastafeltjes en stoelen nog aan de kant gestapeld en weinig verkeer. Dit gaf de eerste mooie foto’s van op de Ourthe brug naar het hoog gelegen Kasteel ( dank aan onze twee beeldjesmakers Jacky en William). De bewoonde wereld verlaten, mee met de g.r. tekens langs de gedenksteen en de vijvers van “Fondation Montefiore”. Via een rotsachtig padje naar “Hé des Corbeaux” en blijven klimmen naar “Promenade Delsaux” dwars door het “bois d’Esneux” om na vijf kilometer voor het eerst onder de blote hemel naar “Chap. Simon” (niet meer bewoonbaar). Een eerste ommetje naar het kasteel in het dorpje Villers-aux-Tours.
Daar aangekomen onze boterhammetjes aangesproken buiten de muren van het half vervallen en “te koop, (t.i. 1 miljoen euro)” staand “Chateau Fecher”, dit allemaal te weten gekomen dank aan een gepensioneerd boerke die ons een bezoekje kwam brengen en op het terrein een oogje in’t zeil moest houden. Liefst terug den bos in, intussen af en toe brandend warm, dachten dat het zou gaan kletteren maar William pokerde dat we zonder één druppel nat zouden eindigen, anders… was het eerste rondje voor hem, ...spijtig genoeg gokte hij juist, we hadden er wel eens nat voor willen worden. Nu het “bois d’Anthisnes” door, veel dalletjes op en af en zo door “bois de Mont” tegen de “anciens carriéres” te botsen. Tot de bevinding gekomen dat we goed opgeschoten waren, dus, een laatst omwegje richting Rivage tot aan de hoog geplaatste watertoren. Tussen de rijpe graangewassen ons laten zakken naar het 150m. lager gelegen terras tegenover het stationnetje van Poulseur.

Onder één grote parasol op een autovrij plein, bijna twee uur een echt verlofgevoel en ontspannend met drank en spijs. Als leider moet me wel van het hart, dat men niet over meer glazen trappist mag springen alsdat de alcoholstok lang is. Het is niet de verplichting en de bedoeling om na een staptocht verder het spoor van de leider(s) te volgen.
Alleszins genoten van deze zuiderse zomerdag en afgesproken dat we volgende week gaan eindigen in Tilff. (een tip voor “oude”vriend Willy)
Oproepbrief volgt, Hilaire.


Nabeschouwing:

Hier ben ik, zoek niet verder, lees de kroniek van een aangekondigde tocht!
Zoals beloofd, met een aperitief in de buik schrijf men scherper, man man man, der is nog een maatje (vis) als hapje geprepareerd door mijn lieve echtgenote, moet (dixit Floré) genuttigd worden met jenever.
Het leven van een kroniekschrijver kan schoon zijn.
Over de wandeling dan.
Het begon al fout: ge kent hem hij (onze grote voortrekker) moest nog eens uitleggen hoe hij dement schikt te worden! Bah!
De oplossing zou zijn: één slagske in de nek, zeggen en schrijven één krokodiltraan, en laat het feest beginnen. Beter hij dan ik! Ik zeg het de anderen peinzen het!
Op een rapke moeten afstappen omdat hij traag wordt, wij zijn dan de dutsen, hij moest zelfs zijn yougourt nog nuttigen op het perron en wij konden wachten. Uitleggen dat wel.
Onderweg krijgt Michel plots een moment van zwakte, en spreekt hem aan met Yvonne. Grote schrikogen, gestoter, gemompel, blijft onder ons! Er moeten in een ver verleden tussen die twee fyloes dingen gebeurd zijn, dingen welke geen daglicht mogen zien, ge moogt er niet aan denken. Bah, hij weet alleen niet dat dementen de neiging hebben om uit hun verleden te klappen. Hij zou beter nu al zijn tong laten uitrukken, (ik stel me kandidaat, voor dat uitrukken) zodat er later geen tranen meer kunnen vloeien.
Gegroet beste medestappers, mijn maatje is op, ik ga hem nog eens bevloeiën, dat is beter voor de spijsvertering.